In 1973, een jaar nadat Yamaha voor het eerst deelnam aan het FIM Wereldkampioenschap Motorcross, reed Hakan Andersson met de nieuw ontwikkelde YXM250 naar een historische eerste wereldtitel in de 250 cc-klasse.
Voorafgaand aan het kampioenswinnende seizoen had de Zweedse ster Andersson al furore gemaakt als topper in het FIM Wereldkampioenschap Motorcross. Nadat hij zich had opgewerkt in de ranglijsten in eigen land, maakte Andersson in 1966 een sprankelend GP-debuut met een derde plaats in zijn allereerste wereldkampioenschapsrace.
Hoewel hij in de tweede race door een lekke band niet kon meestrijden om de ereplaatsen, was het potentieel van Andersson overduidelijk, en in 1967 nam hij deel aan het volledige WK-seizoen in de 250 cc-klasse. De in Uddevalla geboren coureur eindigde in zijn debuutseizoen als zesde. Het jaar daarop won hij zijn eerste GP, in Holice, Tsjechoslowakije, door beide manches te winnen.
In 1968 brak Andersson helaas zijn rechterbeen tijdens de Nederlandse GP. Op dat moment stond hij tweede in het klassement, achter Joel Robert. Hij keerde niet terug in 1969, omdat zijn team hem naar het Trans Am-kampioenschap in de Verenigde Staten stuurde voor verdere revalidatie.
Andersson keerde in 1970 terug in het wereldkampioenschap. Hij was echter nog steeds niet volledig hersteld van het voorval in 1968 en eindigde als 13e in het eindklassement.
Andersson richtte zich volledig op het FIM Wereldkampioenschap Motorcross van 1971. Hij was weer bijna volledig fit en reed een fantastisch seizoen met uiteindelijk een tweede plaats in het klassement. Mede hierdoor behaalde Team Zweden dat jaar de tweede plaats in de Trophée des Nations. Ook werd hij gekroond tot Zweeds kampioen.
Op dat moment, voor het begin van het seizoen 1972, maakte Yamaha bekend toe te treden tot het FIM Wereldkampioenschap Motorcross, met Andersson op een YZ637 in de 250 cc-klasse. Overwinningen volgden snel. Andersson won de Zweedse en Zwitserse Grand Prix en eindigde voor de tweede keer op rij als tweede in het eindklassement.